Onderbouw
Kwaliteit
Het onderwijsprogramma
We maken een goed onderbouwde keuze in het onderwijsprogramma op het ATC. Het vakkenpakket is een evenwicht tussen theoretische en praktische vakken. We streven naar een aanbod van lessen dat meegroeit met de ontwikkeling van de leerlingen. Op het moment dat het analytisch denkvermogen van de leerling toeneemt, komen er meer theoretische vakken op het programma. In het algemeen wordt de nadruk in de onderbouw meer gelegd op algemene ontwikkeling dan op feitenkennis.
Vakken in de brugklas
Zo beginnen we in de brugklas met vakken die belangrijk zijn als basis voor de overige schoolvakken (Nederlands, Engels en wiskunde) aangevuld met vakken die passen bij de mentale ontwikkeling van het kind. Op de havo ligt, naast de praktijkvakken, de nadruk op praktijk- en kunstvakken. Het aantal theoretische vakken bouwt zich stapsgewijs op in de onderbouw. De vakken op het vwo worden uitgebreid met het vak humanities, dat een combinatie is van geschiedenis en aardrijkskunde.
Studievaardigheden en ontwikkelingsgerichte houding
Omdat het aantal vakken overzichtelijk is, kan er meer aandacht worden besteed aan verwerking en toepassing van theorie bij de kernvakken. Om deze verwerking te ondersteunen, besteden we expliciet aandacht aan studievaardigheden en een ontwikkelingsgerichte houding (growth mindset) bij het vak StudieBegeleidingsLes. Ook in het StudieLAB leren leerlingen leerstrategieën aan, als ze ervoor kiezen daar hun huiswerk te maken. Sommige leerlingen hebben meer begeleiding nodig bij de verwerking van de stof en kunnen naar de steunles voor de kernvakken gaan.
Klas 2 en What Really Matters
In klas twee is er ruimte voor verbreding en krijgen de leerlingen meer vakken. Leerlingen in klas 2 zijn een stapje verder in hun ontwikkeling (ten opzichte van de brugklas) en zijn meer toe aan theoretische vakken.
Een vak dat we eruit willen lichten is What Really Matters (WRM). In de opbouw van de lessentabel in de onderbouw, staat de ontwikkeling van de leerling centraal. In klas 2 is de leerling eraan toe om na te denken over zijn persoonlijke ontwikkeling en over zijn plaats in de wereld om hem heen. Het vak WRM begeleidt de leerling in dit proces.
Klas 3
In de derde klas, wordt het aantal theoretische vakken verder uitgebreid met economie, natuurkunde en scheikunde.
Rust
Een aaneengesloten lesrooster
Door het overzichtelijk aantal lesuren, hebben de leerlingen in de onderbouw een rooster met aaneengesloten lesuren en ruimte in de middag. Hierdoor ontstaat er ruimte voor de verwerking van de lesstof en voorkomen we een oppervlakkige afstreepcultuur. Daarnaast heeft de leerling energie voor de lessen die hij/zij volgt.
Met name in klas 1 heeft een leerling een overzichtelijk aantal vakken. Hierdoor is er minder sprake van versnippering en meer aandacht voor de vakken die hij/zij volgt.
De leerlingen beginnen veelal het 2e lesuur
De leerlingen in de onderbouw van het ATC starten veelal het 2e lesuur. Rustig starten in de ochtend geeft leerlingen minder stress en de mogelijkheid om het grootste gedeelte van het jaar in het licht naar school te fietsen. Daarnaast sluit het beter aan bij het bioritme van de leerlingen in deze leeftijdsgroep om later op de dag te beginnen.
Tot slot zijn de leerlingen doorgaans om 14.45 uur uit. Dit geeft hen bijvoorbeeld de mogelijkheid om aansluitend aan de lesdag hun huiswerk op school te maken in het StudieLAB. Met deze indeling van de schooldagen streven we naar een balans tussen school, privé, sport en gezin.
Keuze
De leerling wordt zelfstandiger
In de loop van de onderbouw zullen de leerlingen meer keuzes kunnen maken. Deze toename van autonomie past bij het zelfstandiger worden van de leerling, en komt de motivatie ten goede. Het bereidt de leerlingen daarnaast voor op de profielkeuze in de bovenbouw. In de brugklas beginnen we klein met de keuze voor de te volgen VrijdagMiddagActiviteit (VMA). In klas 1 volgen de leerlingen elke periode een moderne vreemde taal (naast Engels): Frans, Spaans of Duits. In klas 2 hebben de leerlingen gekozen welke taal of talen zij willen volgen.
Klas 2
Het volgende keuzemoment dient zich aan, aan het einde van klas 2. In de brugklas en/of in klas 2 volgen de leerlingen de praktische vakken techniek, drama, beeldende vorming en muziek.
Klas 3
In klas 3 verdiepen de leerlingen zich in één kunstzinnig en/of praktisch vak, waarbij ze kunnen kiezen uit: beeldende vorming, muziek, audiovisueel (film), theater, techniek en bewegingsleer.